Jullie patronen doorbreken

‘Er is niemand zoals jij bent voor mij,

iemand die me liefheeft als ik me niks meer voel’,

Huub van der Lubbe

 

Liefde is niet een statisch iets, het is een stroom die rechtstreeks verbonden is met ons hart. Door liefde te geven en te ontvangen kunnen we liefde voelen en zo die stroom op gang brengen en houden. Als de verbinding verbroken is dan is er ook geen liefde voelbaar en zijn we eenzaam. Ook al lig je in hetzelfde bed.

Deze module gaat over die momenten waarin de verbinding verbroken wordt en uiteraard hoe je die weer hersteld. Er zijn twee belangrijke oorzaken waardoor de verbinding verbroken raakt. Ten eerste als we geraakt worden in onze hechtingspijnen en vandaar in onze overleving komen. Als eerste staan we daarom stil bij hechting. Als we getriggerd zijn en reageren vanuit onze overlevingsreactie is er geen liefdevolle verbinding mogelijk. Als tweede staan we daarom stil bij onze triggers en hoe daarmee om te gaan in de paragraaf ‘Van roze bril naar rode knoppen’.

In het deel ‘Intimiteit creëren door eerlijk te zijn over onze schaduwkanten’ gaan jullie aan de slag met, inderdaad, je schaduwkanten. Zo bevrijdend als je je masker af mag doen.

We sluiten deze module af met ‘Relatiepijnen helen door verzoening’. Relatiekwetsuren gaan namelijk niet vanzelf weg, in dit deel ontdekken jullie hoe je de pijnen echt een plek kunt geven.

Dit is geen gemakkelijke module, het gaat over het herstellen van de verbinding door de pijn heen. Wel een hele belangrijke module waarin jullie leren hoe je elkaar weer in liefde ontmoet. Liefdevolle relaties ontstaan niet vanzelf, die worden gemaakt, daarom als afsluiting twee hele mooie oefeningen die jullie perspectief geven. Veel plezier met:

 

Hechting

Van roze bril naar rode knoppen

Intimiteit creëren door eerlijk te zijn over onze schaduwkanten

Relatiepijnen helen door verzoening

 

 

Hechting

Onze hechtingspijnen liggen onder onze overlevingsstrategieën. Door onze overlevingsstrategieën in te zetten hoeven we de oude pijn niet te voelen, en door deze niet te voelen houden we de patronen in stand. Daarom is het van belang om zicht te hebben op onze hechtingsstijlen.

 Onze meeste basale behoefte is die aan een veilige basisverbinding. Als een veilige haven, waar we ons gekoesterd weten en van waaruit we de wereld in durven trekken. En naar terug kunnen keren om bij te tanken als dat nodig is.

De kwaliteit van de band heeft invloed op hoe we onszelf zien en hoe we met anderen en de stress in ons leven omgaan:

  • Mensen die veilig emotioneel verbonden zijn, zijn veerkrachtiger en zelfstandiger
  • Een veilige band is gebouwd op emotionele toegankelijkheid (je mag elkaars binnenwereld zien) en emotionele reactie (als ik een emotie laat zien dan reageer je op een betrokken manier)

Niet verbonden zijn leidt tot OERPANIEK, het activeert het gevaarcentrum in ons brein.

Dit komt omdat we als baby en kind totaal afhankelijk zijn van onze omgeving om te overleven. Geen contact met een liefdevolle ouder is in die fase levensbedreigend, we kunnen niet zelf voor ons voortbestaan zorgen. 

De hechting met je ouders is heel belangrijk voor je ontwikkeling omdat die hechting en de effecten daarvan diep verankerd worden in je brein. De patronen die dan gevormd worden vormen een blauwdruk voor hoe je je later in je leven opstelt in relaties. 

Er zijn drie hechtingsstijlen:

  • Veilig gehecht
  • Onveilig angstig gehecht
  • Onveilig vermijdend gehecht

 

Veilig gehecht

Bij een kind dat veilig gehecht is zijn de ouders gedurende de zwangerschap en de eerste levensjaren voldoende fysiek en emotioneel aanwezig voor het kind. Zodoende leert het kind:

  • Hoe het de eigen emoties kan reguleren
  • Een basisgevoel van veiligheid, vertrouwen in zichzelf en in het leven
  • Zich inleven in anderen en communiceren over zichzelf

Ook mensen die veilig gehecht zijn komen bij emotionele stress in contact met hechtingsangsten. Als de verbinding langere tijd verbroken is geeft dat emotionele stress.

 

Onveilig angstig gehecht

Deze hechting ontstaat als de ouder het ene moment wel warm en betrokken was en het andere moment niet. Of als de ene ouder wel liefdevol aanwezig was en de andere ouder niet. Of als er een periode was waarin de zorg koud en afstandelijk was, bijvoorbeeld door een ziekenhuisopname, terwijl de opvoeding verder liefdevol was. Het kind leert hierdoor dat warmte en nabijheid wel mogelijk is maar er soms wel is en soms niet. Daardoor gaat het zich op de omgeving richten, klampt het zich aan de warme omgeving vast om niet de koude of eenzaamheid te hoeven ervaren waarvan het weet dat die er ook kan zijn.

Volwassenen die angstig gehecht zijn richten zich sterk op hun omgeving, hebben de bevestiging van de emotionele band nodig om zich goed te voelen. Kunnen bang zijn om verlaten te worden en angst hebben voor eenzaamheid.

 

Onveilig vermijdend gehecht

Als de omgeving waarin het kind groeit onveilig is, er geen emotionele warmte is, kan het kind niet anders dan vermijden. Dit kan ontstaan als er veel ruzie is in het gezin, of als de ouders koud zijn en niet beschikbaar. Emoties zijn maar lastig en als kind word je geleerd dat je je niet zo moet aanstellen. De vermijdende hechtingsstijl ontstaat niet alleen als het overduidelijk onveilig is maar ook als de ouders hun eigen emoties niet kunnen hanteren. Het kind moet stil en braaf zijn omdat anders (een van) de ouders zelf angstig wordt. Het kind leert dat het niet bij zijn ouders terecht kan voor warmte, liefde en steun en trekt zich terug.

Volwassenen die vermijdend gehecht zijn, zijn heel zelfstandig. Zij vragen geen hulp. Er is een basaal gebrek aan vertrouwen in zichzelf en de ander. Omdat emoties en behoeften er niet konden zijn is het lastig om emotioneel voor zichzelf te zorgen en een emotionele band op te bouwen. Zolang je zorgt dat er geen diepe band is doet de, voor de vermijdend gehechte persoon, onvermijdelijke afwijzing, minder zeer. 

‘It is a pleasure to be hidden and a disaster not to be found’.

Een kind dat in een min of meer onveilige situatie opgroeit blijft afhankelijk van de ouders. Het blijft loyaal aan de ouders en van hen houden, want voor het eigen voortbestaan kan het hen niet afwijzen. Het kind stopt met van zichzelf te houden, ‘ik zal wel iets verkeerd gedaan hebben’ waardoor er niemand voor me is. Of het neemt de boodschappen van de ouders dat het niet voldoet, over.

 

Onveilig gedesoriënteerd gehecht

Deze hechtingsstijl bestaat ook en is een combinatie van angstig en vermijdend gehecht. Het lastige bij deze hechtingsstijl is dat je geen oriëntatiepunt hebt. Bij angstig gehecht is het orientatiepunt (eerst) de ander. Bij vermijdend gehecht is het oriëntatiepunt het vermijden van onveilige situaties en in je schulp blijven. Bij gedesoriënteerd wisselen die elkaar af wat voor verwarring zorgt. Deze stijl komt niet vaak voor, vandaar dat ik er niet dieper op in ga.

 

Basisangsten: verlatingsangst en angst voor afwijzing

We hebben allemaal als kind pijn opgelopen in de hechting. Het is namelijk onmogelijk voor de ouders om het allemaal goed te doen. Het hebben van kinderen kan in zichzelf al voor stress zorgen bij de ouders. Denk aan slapeloze nachten, de verschillende belangen in een gezin met meerdere kinderen, het combineren van het gezin en werk. In die hectiek moeten ouders keuzes maken en kunnen niet steeds aan de behoeftes van het kind voldoen. Daarnaast voelen de kinderen de stress, als die er is. De kwetsuren die we als kind opgelopen hebben leiden tot twee basisangsten: verlatingsangst en angst voor afwijzing. We hebben allemaal een van die angsten in meer of mindere mate.

 

Verlatingsangst

Verlatingsangst gaat over de angst om de verbinding te verliezen, de angst dat de ander, als de verbinding verbroken is, niet meer terugkomt. Als je angstig gehecht bent speelt verlatingsangst een rol. De onderliggende vraag is: ‘Is het veilig als de verbinding verbroken is?’ Om de verlatingsangst niet te hoeven voelen heeft degene die hier last van heeft veel behoefte aan bevestiging. Daarnaast is het lastig om individueel het eigen pad te volgen, los van bevestiging en los van de warmte van de relatie.

Verlatingsangst is angst voor eenzaamheid, angst om in de steek gelaten te worden, angst voor alleen. Het is lastig om erop te vertrouwen dat als de verbinding verbroken is de partner (uit zichzelf) weer terugkeert. Het meest veilig is om de ander steeds op te zoeken.

 

Angst voor afwijzing

Als je vermijdend gehecht bent dan voelt het maken van een (emotionele) verbinding beangstigend. Deze angst gaat over de vraag: ‘Is het veilig als ik verbinding maak?’ Het intern gevoelde antwoord is ‘nee’. Delen hoe het met je is, je gevoelens tonen, hulp vragen en andere vormen van uitreiken zijn heel erg lastig omdat er een grote angst voor onveiligheid, voor afwijzing is. Dit kan zover gaan dat ook de eigen gevoelens en behoeftes niet gevoeld worden. Tijdens conflicten kan deze persoon kalm en afstandelijk blijven, omdat het vroeger onveilig was om emoties te tonen en zich echt te laten zien. ‘Als we negatieve emoties delen, zorgt dat alleen maar voor ellende’, de binnenwereld kan beter onzichtbaar blijven. 

Om de angst voor afwijzing niet te hoeven voelen trekt degene die deze angst heeft zich steeds terug in zichzelf. Terugtrekken, dat is het meest veilig.

 

De relatie is een herkansing in de hechting

Een relatie, en het krijgen van kinderen, is een herkansing in de hechting. In een relatie kun je nieuwe ervaringen opdoen en je hechtingsstijl veranderen. De relatie biedt de veiligheid die nodig is om kritiek te kunnen uiten en horen. En juist dat laatste, dat het ook mag schuren, dat de verschillen zichtbaar worden, maakt dat je kunt groeien. Dat je iets anders kunt gaan proberen dan je altijd al deed waardoor je wel veilige hechting kunt ervaren. En precies dat is wat jullie in dit traject ontdekken.

Deze gevoelens leren kennen is niet makkelijk. We leren niet praten over emoties en vooral mannen kennen de boodschap: ‘Niet voelen, wees een man’. Dus ja wat doe je dan met dat ongemak wat je wel ergens voelt stuwen? Juist je duwt het weg. Om die gevoelens te leren kennen moet je er bij stil staan. De rust nemen om te onderzoeken wat er met je gebeurt. Door erover te schrijven of met vrienden en vriendinnen over te praten.

Met de vragenlijst Hechtingsstijlen en checklist basisangsten krijgen jullie zicht op ieders hechtingsstijl. Vul de vragenlijst en de checklist in en bespreek de oefening met elkaar.