Van roze bril naar rode knoppen

In het begin ben je verliefd en plaats je elkaar op een voetstuk. Je hebt allebei een roze bril op, ziet vooral de positieve kanten en stopt veel energie in de relatie. ‘Wij’ is belangrijker dan ‘ik’. Dat is belangrijk om een ervaring van ‘eenheid’ te hebben, om te weten dat dat bestaat zodat je daar later, mogelijk met dit traject, weer naar terug kunt. Maar vroeg of laat val je allebei van je voetstuk en kom je allebei weer op eigen benen te staan. Dat klopt ook, omdat je daarmee jezelf weer centraal zet en van daaruit je leven verder opbouwt. Na de positieve bevestiging uit het begin, waar we het heel goed op doen, komt er in deze fase kritiek op elkaar. En op kritiek doen we het een stuk minder goed.   

De kritiek raakt vaak precies onze zwakke plekken, die punten waar we ons kwetsbaar in voelen met een grote kans dat we ons gaan verdedigen. Er is geen sprake meer van een roze bril maar wel van rode knoppen.  

 

Triggers, rode knoppen

We hebben allemaal rode knoppen. Dingen die onze partner kan zeggen, kan doen, of juist niet kan zeggen of niet kan doen, die ons enorm raken. Die ons triggeren. De heftigste triggers en de grootste conflicten ontstaan op het moment dat het om de verbinding gaat. Daarbij kan van alles ons triggeren. Een afgewende blik, op de telefoon kijken, rommel in huis. Niet reageren op een appje. Stil zijn. Of juist de stem verheffen.

Als we met MEER emotie reageren dan bij de situatie past dan is er sprake van een trigger en doet er iets OUDS mee. Hier en nu triggert iets van toen en daar.

Als de verbinding verbroken wordt of onder druk staat voelt dat op een diep niveau als gevaar. En bij gevaar, ingebeeld of niet, komen we steeds weer in deze overlevingsmodus terecht: vechten, vluchten, bevriezen of pleasen. Hoe meer nare ervaringen wij meegemaakt hebben, en hoe meer daarvan op jeugdige leeftijd plaatsvond, hoe uitgesprokener onze automatische respons op nare ervaringen is. Je reageert op de automatische piloot: alsof iets in jou beslist wat er moet gebeuren als je stress hebt.

Je overlevingsreactie begon als een succesverhaal, een geslaagde operatie die je hielp als kind om je staande te houden. Die hielp om niet te diep te voelen en te overleven. Omdat die overlevingsreactie de automatische respons is op stress, blijf je gevangen in het patroon. Een reactiepatroon dat juist eenzaamheid in standhoudt. Niet jij, maar je verleden bepaalt de orde van de dag. Niet de ervaring in het moment zelf, maar de onbewuste angst dat het zich herhaalt, bepaalt jouw gedrag in je volwassen leven naar je partner.

Vroeger had je geen keus, jij was klein en de ander/de wereld groot en overweldigend. Nu heb je wel een keus, al is de ruimte eerst klein en is het proces subtiel.

Getriggerd raken is onvermijdelijk. Het kan zijn dat je opmerkt dat je getriggerd raakt, je ademhaling gaat omhoog, stress gaat door je heen. Er komen allemaal dingen die je zou willen zeggen in je naar boven. En je bent er zelf nog, je kunt het opmerken.

Dat moment, dat je voelt dat je getriggerd raakt en je overleving het dreigt over te nemen. In dát moment zit de kans. Om even rustig naar buiten te lopen. En stil te staan bij wat er gebeurt.  

 

Een voorbeeld. Ruben werkt zich een slag in de rondte, heeft een heel bedrijf opgebouwd en is veel weg. Als hij thuiskomt geeft Annemarie aan dat hij wel heel erg veel weg is en of hij ook oog heeft voor wat zij graag zou willen? Wat hij hoort is dat het niet gewaardeerd wordt in wat hij doet. Hij werkt zó hard en nog is het niet genoeg, hij moet ook nog met haar wensen aan de slag. Hij reageert wat stug en zegt iets van dat zij hem niet waardeert. Waarop zij geïrriteerd raakt, zich gaat verdedigen dat zij hem wel waardeert alleen dat hij wel heel vaak weg is. Waarop hij weer hoort dat hij het niet goed (genoeg) doet. En zij hoort dat er voor haar verlangen naar contact geen plek is. Beiden trekken zich teleurgesteld en boos terug.

 

Wat gebeurt er bij Ruben?

De trigger voor hem dat Annemarie zegt dat hij veel weg is en vooral dat hij geen oog heeft voor haar. Niemand houdt ervan als de ander een oordeel geeft. De oude pijn waar het bij hem aan raakt is dat hij het graag goed wil doen, hij werkt hard voor hen allebei en voelt zich eigenlijk niet goed genoeg. De oude pijn is ‘Ik doe het niet goed, ik ben niet goed’. Dat is niet wat zij zegt. Dat is wat hij van binnen voelt. En van daaruit komt de reactie: ‘Je waardeert me niet’. Gaat hij strijden voor de waardering die hij van haar wil krijgen en op die manier natuurlijk niet krijgt.

 

Wat gebeurt er bij Annemarie?

De eerste trigger voor haar is dat hij weer een avond weg is en laat thuiskomt. Dat wil zij rustig bespreekbaar maken, wat natuurlijk lastig is als je in de ‘jij-vorm’ begint. De tweede trigger is dat hij zegt dat zij hem niet waardeert. Zij waardeert hem juist wel alleen mist dat haar bijdrage en haar wensen gezien worden. De oude pijn die bij haar geraakt wordt is dat zij zich niet gezien voelt. Haar ouders waren juist teveel op haar gericht waardoor zij geleerd heeft zichzelf vooral niet centraal te stellen Zij gaat ervoor vechten dat zij hem wel waardeert alleen dat het niet klopt in de balans.

Zonder zicht op de onderliggende pijn kan deze dans eindeloos doorgaan. En ontstaat er een mistig gesprek over ieders visie op de situatie. Als er zicht op de pijn komt kan hij gaan oefenen in rustig blijven en zichzelf waarderen. En als zij kan gaan zien dat haar pijn gaat over hoe beklemmend het vroeger was en er niet werkelijk ruimte voor haar was kan zij gaan oefenen met het leren kennen van deze dynamiek en centraal mogen staan, over ‘ik’ mogen zijn met gevoelens en verlangens.

 

Je gaat erin met boter en suiker

Omdat de triggers zitten op onze gevoelige punten ga je erin met boter en suiker. Voor je het weet ben je getriggerd en reageer je vanuit je overleving. Relaties waarin we ons gehecht hebben roepen hele sterke emoties op die heel snel gaan. De kunst is om te herkennen hoe het voelt om getriggerd te raken en te zijn. En om te herkennen wanneer je in je overleving komt en van daaruit handelt. Wat gebeurt er dan in je lijf? Met je ademhaling? Wat ga je dan doen? Zoek je de confrontatie of trek je je juist terug? Zonder oordeel opmerken wat er gebeurt.

Het is als het ware een wissel. Na de wissel leidt één spoor een donkere tunnel in die ondergronds gaat en waar je in je overleving komt. Het andere spoor blijft boven de grond en leidt een onbekend, maar wel open, landschap in.

De trigger zorgt ervoor dat je bij een wissel komt en iets richting die donkere tunnel gaat. Door de triggers te gaan herkennen, het gevoel wat erbij hoort en je bewust te zijn van wat je overlevingsreactie is dan is kun je gaan ingrijpen. Dit kunnen heftige gevoelens zijn, maar dat hoeft niet, het kan ook subtiel gaan.

 

De donkere tunnel in gaan

Dit gebeurt heel snel, een kind huilt op een bepaalde toonhoogte en je bent instant overstuur. Of je komt thuis na een drukke dag, loopt de kamer in en stapt op een legoblokje. Dat doet pijn en kan een trigger zijn. Of je partner reageert niet meteen als je gedag zegt of heeft niet gereageerd op je appje. Allerlei dingen kunnen een trigger zijn. Het kan zelfs een gedachte zijn. Je raakt eerst van binnen overstuur en korte tijd later zit je in je overlevingsreactie zoals vechten of vluchten. Dan zijn er muren, eilandjes en contact vanuit de overlevingsstrategie is oppervlakkig of maakt het alleen maar erger.   

 

De kalmeerroute: Rust, Reflecteren, Reageren = Verbinding

Je raakt nog steeds eerst getriggerd, triggers blijven namelijk je hele leven. Dat is het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat je de patronen kunt gaan herkennen en eruit kunt blijven. Als je getriggerd raakt is de eerste stap om dit op te merken. ‘Ik raak getriggerd, wat is er aan de hand?’ Vervolgens kun je ervaren dat je overlevingsstrategie de hoek om kunt kijken. Je krijgt de neiging om te vluchten, te vechten of uit te checken (pleasen of bevriezen).

De kunst is om hier niet aan toe te geven of het zo snel mogelijk op te merken en dan eerst weer rustig te worden. Dat kan op hele simpele manieren:

  • Rustig ademen naar je buik
  • Met je hand over je borst naar je buik strijken
  • Even afstand nemen door te wandelen

 

De volgende stap is reflecteren

Dat betekent stil staan bij wat er gebeurt. Stel jezelf de volgende vragen:

  • Wat was de trigger? Op welk moment werd je door iets geraakt?
  • Waarom raakte de trigger me? Vragen die kunnen helpen zijn: Had ik een bepaalde verwachting? Had ik een andere intentie of verlangen? Of is er iets wat ik wilde zeggen en niet gedaan heb?
  • Welke oude pijn werd er geraakt? Wat is de TE emotie en wat is er van binnen dan zo geraakt? Is dat angst voor het verlies van de verbinding? Of bijvoorbeeld angst voor onveiligheid?
  • Als dat helder is kun je je afvragen of er in het NU een grens werd geraakt of een verlangen is.

 

Reageren

Als je weer ontspannen bent, ga dan in gesprek. Vertel wat je getriggerd heeft, waar dat aan raakte, wat je neiging was en wat je nodig hebt.

En geef jezelf een schouderklopje voor het kijken naar jezelf, dat je vanuit je volwassen bewustzijn gekeken hebt naar emoties die horen bij het kleine jongetje of kleine meisje in jezelf. Voor het erkennen van die emoties en vervolgens te reageren vanuit de volwassene.

 

Verbinding

Door weer het gesprek aan te gaan, te reageren vanuit rust, en te vertellen wat je raakte, wat je triggerde en wat er geraakt werd herstel je verbinding. De ander kan ook delen wat hem of haar geraakt heeft zodat je allebei voelt dat je weer in verbinding bent. Vanuit de verbinding kun je aangeven wat je nodig hebt of welke grens geraakt werd. Grote kans dat je dan wél gehoord wordt.

 

Ruimte in je Window of Tolerance

Het helpt als je ruimte hebt in je Window of Tolerance. Die kun je creëren door goed voor jezelf te zorgen. Sporten helpt, ik kan chagrijnig of grumpy beginnen aan een training en weer helemaal blij thuiskomen. Misschien heb ik dan nog wel een verzoek maar de lading is er vanaf. Goed slapen, goed eten, buiten zijn, wandelen, met vrienden afspreken: allemaal zaken die je helpen om meer ontspannen te zijn én om energie te hebben. Dat draagt er aan bij dat je binnen je bandbreedte blijft.

 

HALT: situaties om alert op te zijn

Bij de AA gebruiken ze HALT als afkorting voor situaties om alert op te zijn omdat je dan sneller in je overleving en daarmee je verslavingsgedrag komt:

H – Hungry

A – Angry

L – Lonely

T – Tired

Is er sprake van honger, stress/boosheid, eenzaamheid of moeheid zorg dan goed voor jezelf en wees je er bewust van dat jezelf of je partner sneller in de overlevingsmodus kan komen.

 

De oefening Rode knoppen helpt jullie om je triggers en patronen helder te krijgen. Zodat je vaker de kalmeerroute kunt nemen. Veel plezier daarmee!